Wat is een meerling:
Onder meerlingen worden twee of meer kinderen verstaan die na een zwangerschap uit dezelfde baarmoeder en (meestal) op dezelfde dag geboren worden.
Tweeling:
Er zijn twee "soorten" tweelingen. Een eeneiige of een twee-eiige tweeling.
Eeneiige:
Eeneiige tweelingen ontstaan uit een bevruchting van één eicel en één zaadcel.
Tijdens de eerste periode van de ontwikkeling beslist de bevruchte eicel zich in twee te delen, waardoor er twee embryo's ontstaan. Dit type tweelingen wordt in de wetenschap een monozygote tweeling genoemd, mono betekent daarbij 1 en zygote is een bevruchte eicel. De deling kan op verschillende momenten plaatsvinden.
Het kan zijn dat de splitsing plaats vindt voor het ontwikkelen van de vruchtvliezen of daarna. De vruchtvliezen bestaan uit het binnenste vruchtvlies "amnion" en het buitenste vruchtvlies "chorion". Als de splitsing voor de ontwikkeling van de vruchtvliezen plaatsvindt, voor de vijfde dag na de bevruchting, hebben de embryo's ieder een eigen amnion en een eigen chorion. Dit is bij ongeveer 33% van de tweelingen. (zie plaatje A)
Vindt de splitsing daarna plaats, tussen de vijfde en de tiende dag na de bevruchting dan hebben de embryo's en eigen amnion, maar delen ze het chorion. Dit is bij ongeveer 66% van de tweelingen. (zie plaatje B).
Bij ongeveer 4% van de eeneiige tweelingen vindt de splitsing pas plaats na de tiende dag, de embryo´s delen dan zowel het amnion als het chorion. Bij deze late splitsingen kan een Siamese tweeling ontstaan als de deling onvolledig verloopt. (zie plaatje C)
Eeneiige tweelingen zijn altijd van hetzelfde geslacht en lijken als twee druppels water op elkaar, ze hebben dezelfde oog- en haarkleur en dezelfde bloedgroep. Toch hoor je ook wel eens dat een eeneiige tweeling gespiegeld zijn. Bijvoorbeeld: de een heeft een moedervlek op haar rechter wang, heeft de andere hem op de linker wang. Of de een is rechtshandig en de ander linkshandig. Een eeneiige tweeling wordt vaak een identieke tweeling genoemd, maar dat is dus niet altijd zo. Het krijgen van een eeneiige tweeling is niet erfelijk bepaald.
Twee-eiige:
Bij een twee-eiige tweeling is er sprake geweest van een dubbele eisprong. Normaal gesproken komt er tijdens de eisprong één eitje vrij, maar het kan dus voorkomen dat er een dubbele eisprong plaatsvindt met als gevolg 2 eitjes. Deze kunnen dus beide bevrucht worden. Bij een twee-eiige tweeling worden de 2 eitjes afzonderlijk bevrucht door 2 verschillende zaadcellen.
De baby's zijn chromosomaal dan ook niet identiek aan elkaar. Een twee-eiige tweeling kunnen allebei van het andere geslacht zijn maar ook van hetzelfde geslacht, ze lijken alleen dan niet op elkaar, qua uiterlijk.
Bij een twee-eiige tweeling heeft iedere baby een eigen placenta (hoewel die wel vaak met elkaar vergroeien en dit met het blote oog niet altijd zichtbaar is) en een eigen vruchtholte met een dubbel tussenschot. Het tussenschot bevat 2 lagen chorionvlies (van iedere baby 1) en 2 lagen amnionvlies.
Twee-eiige tweelingen komen in sommige families vaker voor. Het krijgen van een twee-eiige tweeling is dus erfelijk bepaald. Vrouwen die op hogere leeftijd een kind krijgen en vrouwen die veel kinderen krijgen, hebben ook een hoger risico op een twee-eiige tweeling. Ook is de kans groter bij kunstmatige bevruchting op een tweeling.
Drieling:
Een drieling kan bestaan uit een combinatie van een- en meereiige baby's.
Het kan gaan om:
· Een eeneiige drieling; er is dan 1 bevrucht eitje die zich in 3 deelt. De kans op een eeneiige drieling is 1 op 200.000.000.
· Een twee-eiige tweeling van een bevruchte eicel dat zich in 2 deelt en een tweede bevruchte eicel die zorgt voor een derde embryo.
· Een drie-eiige drieling; de bevruchting is dan hetzelfde als bij een twee-eiige tweeling, alleen worden hier 3 eicellen bevrucht door 3 verschillende zaadcellen.
Vierling:
Een vierling kan bestaan uit een combinatie van een- en meereiige baby's.
· Een eeneiige vierling; het bevruchte eitje deelt zich dan in vieren. De kans op een eeneiige vierling is 1 op de 13.000.000.
· Een viereiige vierling; er zijn dan 4 verschillende eicellen die door 4 verschillende zaadcellen bevrucht worden.
· Een eeneiige tweeling en een twee-eiige tweeling.
· Een drie-eiige drieling en een "gewone" baby.
· Twee twee-eiige tweelingen. De kans op een twee twee-eiige vierling is 1 op de 65.000.000